Enkele dagen geleden ontvingen
we van mijn werkgever een reep chocolade. Heel erg leuk natuurlijk om een
dergelijke kleinood te ontvangen. Klein gebaar, maar zegt heel veel. Wel riep, bij het uit de brievenbus halen van de
chocolade, deze handeling de volgende herinnering bij me op.
Op het moment dat ik een
ronde, gegalvaniseerde buis van 180 cm in beton had gegoten, kon ik nog niet
bevroeden dat dit klusje mij èxtra werk zou opleveren. Toen de paal in de grond zat
bij mij voor het huis, kon ik nog niet weten dat onze werkgever in de zomer een
chocoladereep zou versturen. Wat de aanleiding voor het verzenden door mijn
werkgever van de lekkernij was weet ik niet meer.
De paal voor mijn huis,
gelegen op het zuidwesten, diende als bevestigingspunt voor een metalen
brievenbus. De brievenbus stond- en staat
er nog steeds, de hoogte had ik zó ingesteld dat de postbezorger zonder
ingewikkelde manoeuvres bij de gleuf kon. In die periode was het buiten
tussen 25 en 30° Celsius. Genadeloos,
van vroeg tot laat, deed de koperen ploert zijn werk.
Erg trouw zijn we niet als het
gaat om het ledigen van de brievenbus. Vaste afspraken hebben we hier niet
over. Soms haalt mijn vrouw de bus leeg en een volgende keer doe ik dat. Ook komt het voor dat we van
elkáár
denken de bus te hebben geledigd.
Het niet op tijd ledigen van
een brievenbus hoeft geen ernstige gevolgen te hebben, daar het metalen
omhulsel de poststukken tegen alle weersomstandigheden zou moeten beschermen. Nou, ik kan u dit vertellen,
de bus beschermde de uit cacaobonen
gewonnen verrassing niet tegen een fel brandende zon. Regen of kou zou
geen probleem zijn geweest. De zon had van de chocoladereep in
zijn metalen cocon een plas van chocolademelk gemaakt die de bodem van de
brievenbus bedekte. De overige poststukken waren aan de onderkant
gechocolateerd.
Het reinigen van het besmeurde
heeft waarschijnlijk meer tijd gekost dan het consumeren van de “Tony” zou
hebben gedaan.