Gerard en Ineke zijn een echtpaar die vlak bij ons wonen en regelmatig bij ons binnenwippen voor raad en daad of om hun verhaal met ons te delen.
Familie- en familiebanden zijn voor hen belangrijk en staan dan ook altijd hoog op hun agenda.
"Oma wordt minder en gaat naar een verzorgingstehuis binnenkort" zo sprak Gerard kortgeleden bij ons aan de koffietafel.
Ze woonde nog zelfstandig maar door een paar keer flink te zijn gevallen en in het ziekenhuis te zijn opgenomen zou aan die zelfstandigheid een einde komen.
Oma woonde sinds jaar en dag in het zelfde grote huis en u weet, dan heb je heel veel spulletjes die niet mee kunnen naar het nieuwe woonadres.
Gerard en Ineke hebben alle spulletjes die oma mee wilde nemen in haar nieuwe onderkomen geplaatst, foto's opgehangen en alle andere zaken waar oma waarde aan hechte een plaats gegeven.
Na een korte, onrustige periode is oma nu content met haar huidige woonsituatie.
Gerard stond enig dagen later bij ons op de vloer. Mijn vrouw en ik zaten aan de koffietafel, Gerard bleef nog even staan.
"Wij hebben ook allemaal spulletjes van oma gekregen, deze zitten in dozen en de schilderijen die we kregen staan in huis" zo sprak Gerard.
Uit de omschrijving van de spullen konden we opmaken dat oma van Katholieke huize was. Gerard stond nog steeds in het midden van de kamer enthousiast over zijn verkregen schatten te praten.
Hij begon de schilderijen te omschrijven. "Er is ook een grote bij". Wat staat er op? vroegen mijn vrouw en ik in koor.
Gerard, nog steeds staand, hief zijn rechterhand in de lucht en maakte hiermee een beweging van links naar rechts en was ongeveer een meter lang. Terwijl hij deze beweging maakte, keek hij naar de in beweging zijnde hand alsof de titel van het schilderij in de lucht geschreven stond. Ik denk dat Gerard dat op dat moment ook dacht.
Tegelijk met de omschreven beweging sprak Gerard, serieus en haast op sacrale toon, de titel van het schilderij uit:
"Jezus aan de stamtafel"
Ik zag gelijk de humor hiervan in en dit blog was geboren.
Toen Leonardo da Vinci in 1498 de laatste hand legde aan het enorme fresco had hij deze titel nooit kunnen bedenken. Nu, enkele weken na dit voorval, denk ik nog regelmatig aan Leonardo; en Gerard.
maandag 9 september 2019
Nederlandse taal is prachtig!
Doordat ik totaal niet geschoold ben in de Nederlandse taal of in het toevertrouwen van tekst aan papier, denk ik wel vaak aan de reden van de lust om te schrijven. Wat is er nou zo leuk aan het zorgvuldig kiezen van woorden en deze in de (voor mij) juiste volgorde te zetten?
Het grote plezier ligt voor mij gelegen in het feit dat onze spreektaal zo totaal anders is dan de schrijftaal.
Er zijn duizenden voorbeelden te noemen. Ik zal me beperken tot twee. De eerste tekst is van Boudewijn de Groot en luidt al volgt:
"Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Zomaar drijven na 't vliegen in de wolken drijf je hier
Met je kleuren die vervagen zonder zoeken zonder vragen
Eindelijk voor altijd rusten en de bloemen die je kuste
Geuren die je hebt geweten
Alles kan je nu vergeten
Op het water wieg je heen en weer
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier"
Een duidelijk voorbeeld van schrijftaal lijkt me
De tweede tekst is van Guus Meeuwis.
"Op de vloer ligt een lege fles wijn
En kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn"
Over het laatste valt nog het een en het ander te zeggen. Kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn. Deze tekst kan ik me voorstellen op een zaterdagochtend in een sportkleedkamer waar jongens of meisjes na afloop van hun wedstrijd na het douchen hun kleren weer moeten bij elkaar zoeken en aantrekken. Alles ligt door elkaar. Zo wil het wel eens gebeuren dat je zoon met een vreemd t-shirt, sokken of jas weer thuis komt. Genoemde kledingstukken wisselen dan tijdelijk van eigenaar. Deze jongenskleren zijn immers gemakkelijk uitwisselbaar.
Ingewikkelder ligt het bij het verhaal van Guus. In de volledige tekst wordt gesuggereerd dat hij de nacht met een vrouw heeft doorgebracht. Sekse specifieke kleding op de grond zou logisch zijn en is niet uitwisselbaar. Bij Guus is dus blijkbaar de kleding die op de grond ligt wel door beide bed partners van de afgelopen nacht te dragen.
U mag uw eigen conclusie trekken.
Het grote plezier ligt voor mij gelegen in het feit dat onze spreektaal zo totaal anders is dan de schrijftaal.
Er zijn duizenden voorbeelden te noemen. Ik zal me beperken tot twee. De eerste tekst is van Boudewijn de Groot en luidt al volgt:
"Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Zomaar drijven na 't vliegen in de wolken drijf je hier
Met je kleuren die vervagen zonder zoeken zonder vragen
Eindelijk voor altijd rusten en de bloemen die je kuste
Geuren die je hebt geweten
Alles kan je nu vergeten
Op het water wieg je heen en weer
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier"
Een duidelijk voorbeeld van schrijftaal lijkt me
De tweede tekst is van Guus Meeuwis.
"Op de vloer ligt een lege fles wijn
En kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn"
Over het laatste valt nog het een en het ander te zeggen. Kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn. Deze tekst kan ik me voorstellen op een zaterdagochtend in een sportkleedkamer waar jongens of meisjes na afloop van hun wedstrijd na het douchen hun kleren weer moeten bij elkaar zoeken en aantrekken. Alles ligt door elkaar. Zo wil het wel eens gebeuren dat je zoon met een vreemd t-shirt, sokken of jas weer thuis komt. Genoemde kledingstukken wisselen dan tijdelijk van eigenaar. Deze jongenskleren zijn immers gemakkelijk uitwisselbaar.
Ingewikkelder ligt het bij het verhaal van Guus. In de volledige tekst wordt gesuggereerd dat hij de nacht met een vrouw heeft doorgebracht. Sekse specifieke kleding op de grond zou logisch zijn en is niet uitwisselbaar. Bij Guus is dus blijkbaar de kleding die op de grond ligt wel door beide bed partners van de afgelopen nacht te dragen.
U mag uw eigen conclusie trekken.
Abonneren op:
Posts (Atom)