Een grote inspiratiebron om een gebeurtenis, gezegde of uitspraak op papier te zetten is onze kleinzoon, maar dat had u al wel gemerkt.
Zo ook vandaag weer. Toen ik gister thuis kwam van mijn werk zag ik de auto van onze kinderen al staan. Met meer haast dan normaal spoedde ik mij naar de voordeur om deze met een ingetogen zwaai te open, mij van m'n jas te ontdoen en enthousiast de kamer te betreden.
De begroeting was zoals ik had gehoopt en verwacht. Vrolijk en zonder de in de lucht hangende spanning die je ook wel eens aantreft als er een "kwestie" moet worden besproken.
Iets later zaten we aan tafel, allemaal voorzien van een versnapering en in afwachting van de maaltijd die binnen niet al te lange tijd op tafel zou staan.
"Kijk eens opa, Demi en Baloe". Met een trotse, maar tegelijk ook schalkse blik in z'n ogen kwam de kleine op me af met mijn telefoon die ik iets daarvoor op een kast had gelegd. Dat hij dit kleinood had gepakt had ik niet gemerkt.
Op het beeldscherm kijkend zag ik inderdaad een afbeelding van onze hondjes. Tegelijk bedacht ik me hoe hij deze foto in beeld had gekregen.
Op een toon waaruit moest blijken dat ik het heel normaal vond wat er zich voor mij afspeelde vroeg ik hem hoe hij dit had gedaan.
"Kijk, weet je" sprak de kleine, dan moet je op de zandbak drukken. Ik speelde nog steeds de onschuld zelf en vroeg welke zandbak? Hoe goed ik mijn best ook deed, ik kon me niks bij een zandbak op mijn telefoon voorstellen.
"Die" wees hij aan met zijn kleine wijsvingertje en drukte er vervolgens weer op.
Op dat moment moment ging ook bij mij het kwartje vallen.
Dit is op mijn HTC het icoontje dat staat voor de galerij waarin de foto's staan opgeslagen.
Ik vind het helemaal niet gek meer dat hij dit als zandbak zag. De verbazing over hoe hij deze handelingen op zijn leeftijd had uitgevonden bleef.
Ook het maken van foto's had hij onder de knie. Blijkbaar nodigt een mobiel toch uit om creatief te gaan denken.
Wanneer u dit verhaaltje hebt gelezen, zult u waarschijnlijk niet meer spreken over de galerij, maar zult u net als ik zeggen, "je moet op de zandbak drukken".
woensdag 24 februari 2016
maandag 22 februari 2016
Heel graag
"Opa, mag ik bij jullie slapen"? Deze vraag hoorde ik zoals zo vaak op zaterdagochtend. Na het voetballen was er een andere kabouter in de kleedkamer geweest die vol trots vertelde tijdens het douchen dat hij bij zijn opa en oma mocht slapen.
Hier ga ik in mee moet onze kleinzoon hebben gedacht want gelijk na de openbaring van zijn teamgenootje vertelde ook hij vol trots dat hij bij opa en oma ging slapen. Wij wisten toen nog van niks.
Vlak voor de lunch werd de kleine gebracht door zijn moeder die ook een broodje mee at en daarna vertrok. Moeder en zoon kusten elkaar bij het afscheid en de afspraak werd gemaakt dat vader of moeder de kleine de volgende ochtend weer zouden ophalen.
Die middag deden we gezellige dingen samen. Zo hebben we een verschrikkelijk ongeluk meegemaakt waarbij een brandweerauto en twee hijskranen betrokken waren. Gelukkig kon een playmobil politiehelikopter redding brengen.
Toen alle brokstukken waren verwijderd hebben we nog een paar boodschapjes gedaan.
Eenmaal weer thuis hebben we de boodschapjes opgeborgen en een bowlingbaan ingericht in de kamer waarbij wij als opa en oma de schone taak hadden om de pins rechtop te zetten. Wel moesten we op handen en knieën de kamer door om de kegels weer te verzamelen. De bal rollen om zoveel mogelijk pins plat te gooien hoefden wij niet, dat deed Jayden zelf wel. Zo waren de rollen blijkbaar goed verdeeld volgens de kleine.
Na de maaltijd placht mijn vrouw te gaan wandelen met onze viervoeters. Meestal is ze dan een half uur weg. Jayden en ik bleven achter. Ik ruimde nog wat spulletjes op die ten gevolge van de maaltijd nog niet waren opgeruimd. Plots hoorde ik de kleine onbedaarlijk snikken. Hij zat in een hoekje van de keuken. "Ik wil naar huis, ik wil niet meer bij jullie slapen, ik mis mijn papa en mama en mijn broertje", zo snikte hij.
Ik nam plaats en nam hem op mijn schoot. Dikke tranen rolden over zijn wangetjes.
Op dat moment komt ook mijn vrouw weer binnen en vraagt wat er is. Hij herhaalde de zin die hij ook tegen mij had uitgesproken.
"Ik bel papa en mama wel even" zei oma.
Toe er contact was wilde Jayden ook aan de telefoon. "Ik wil bij jullie slapen, ik mis papa en mama en Kean heel graag".
Iets later was ik onderweg om hem naar huis te brengen.
Hier ga ik in mee moet onze kleinzoon hebben gedacht want gelijk na de openbaring van zijn teamgenootje vertelde ook hij vol trots dat hij bij opa en oma ging slapen. Wij wisten toen nog van niks.
Vlak voor de lunch werd de kleine gebracht door zijn moeder die ook een broodje mee at en daarna vertrok. Moeder en zoon kusten elkaar bij het afscheid en de afspraak werd gemaakt dat vader of moeder de kleine de volgende ochtend weer zouden ophalen.
Die middag deden we gezellige dingen samen. Zo hebben we een verschrikkelijk ongeluk meegemaakt waarbij een brandweerauto en twee hijskranen betrokken waren. Gelukkig kon een playmobil politiehelikopter redding brengen.
Toen alle brokstukken waren verwijderd hebben we nog een paar boodschapjes gedaan.
Eenmaal weer thuis hebben we de boodschapjes opgeborgen en een bowlingbaan ingericht in de kamer waarbij wij als opa en oma de schone taak hadden om de pins rechtop te zetten. Wel moesten we op handen en knieën de kamer door om de kegels weer te verzamelen. De bal rollen om zoveel mogelijk pins plat te gooien hoefden wij niet, dat deed Jayden zelf wel. Zo waren de rollen blijkbaar goed verdeeld volgens de kleine.
Na de maaltijd placht mijn vrouw te gaan wandelen met onze viervoeters. Meestal is ze dan een half uur weg. Jayden en ik bleven achter. Ik ruimde nog wat spulletjes op die ten gevolge van de maaltijd nog niet waren opgeruimd. Plots hoorde ik de kleine onbedaarlijk snikken. Hij zat in een hoekje van de keuken. "Ik wil naar huis, ik wil niet meer bij jullie slapen, ik mis mijn papa en mama en mijn broertje", zo snikte hij.
Ik nam plaats en nam hem op mijn schoot. Dikke tranen rolden over zijn wangetjes.
Op dat moment komt ook mijn vrouw weer binnen en vraagt wat er is. Hij herhaalde de zin die hij ook tegen mij had uitgesproken.
"Ik bel papa en mama wel even" zei oma.
Toe er contact was wilde Jayden ook aan de telefoon. "Ik wil bij jullie slapen, ik mis papa en mama en Kean heel graag".
Iets later was ik onderweg om hem naar huis te brengen.
woensdag 10 februari 2016
Ontmoeting met Jan
Het weerzien was
hartelijk. Voor mij iets té hartelijk. Nee, ik ben niet zo van de omhelzingen
en om wat voor reden dan ook elkaar op de rug/schouder kloppen. Ik merkte dat
drie keer de norm was. Gelijk het aantal luchtkussen die je geeft bij een
ontmoeting. Tenminste wanneer het iemand van het andere geslacht betreft.
Jan en ik hadden elkaar een behoorlijke poos
niet gezien en liepen elkaar tegen het lijf toen ik vanmiddag inkopen deed voor
mijn werk.
Jan is niet de meest positief ingestelde persoon die je kunt tegenkomen.
“Van de dokter mag ik geen chocolade meer eten” zei hij redelijk vroeg in ons gesprek. “Nou” zei ik, daar kan het toch wel zonder?
Natuurlijk zei Jan, natuurlijk is dat mogelijk, “maar dat maakt het leven zo zinloos”.
Zonder hier verder op in te gaan of te vragen waarom de dokter het had afgeraden praatten we verder. Ik zeg hier afgeraden, want verbieden kon de dokter in kwestie natuurlijk niet.
Volgens mij was Jan in de tijd dat we elkaar niet hadden gezien of gesproken een beetje van het padje afgeraakt.
“Ze twijfelen ook nog aan mijn geheugen” vervolgde Jan. Volgens mij had Jan een beetje het idee dat hij bij de psychiater op de bank lag. Kennelijk gaf ik hem het gevoel een goed luisterend oor te hebben waarvan hij dankbaar misbruik maakte.
Maar met mijn geheugen is helemaal niks mis!
“Het is vandaag 3 juni en ik herinner me 2 juni alsof het gister was”. Nou nee zei ik, dan is er met je geheugen niets aan’t handje.
Heb je inmiddels een vriendin? Vroeg ik hem.
Nou, weet je? Nee, ik heb nog steeds geen vriendin, maar ik weet inmiddels wel hoe dat komt dat ik vrijgezel ben gebleven. Daar heb ik toch wel ernstig over nagedacht.
“Vertel” zei ik, je maakt me nieuwsgierig.
“In 2008 heb ik een kettingbrief gekregen die over dit onderwerp ging en die brief heb ik niet doorgestuurd terwijl dat wel de bedoeling was en daarom heb ik nog geen vriendin”. Wat jammer dat je die kans hebt gemist, sprak ik.
“Ik moet verder Jan”, het is later dan je denkt. Het werk wacht op me. We spreken elkaar.
“’t Is inderdaad later dan je denkt zei Jan. Iemand zei laatst tegen me dat ik er nu de juiste leeftijd voor heb. Ik moet alleen nog even uitvinden waarvoor ik de juiste leeftijd heb”.
Dit komt nooit meer goed dacht ik.
Jan is niet de meest positief ingestelde persoon die je kunt tegenkomen.
“Van de dokter mag ik geen chocolade meer eten” zei hij redelijk vroeg in ons gesprek. “Nou” zei ik, daar kan het toch wel zonder?
Natuurlijk zei Jan, natuurlijk is dat mogelijk, “maar dat maakt het leven zo zinloos”.
Zonder hier verder op in te gaan of te vragen waarom de dokter het had afgeraden praatten we verder. Ik zeg hier afgeraden, want verbieden kon de dokter in kwestie natuurlijk niet.
Volgens mij was Jan in de tijd dat we elkaar niet hadden gezien of gesproken een beetje van het padje afgeraakt.
“Ze twijfelen ook nog aan mijn geheugen” vervolgde Jan. Volgens mij had Jan een beetje het idee dat hij bij de psychiater op de bank lag. Kennelijk gaf ik hem het gevoel een goed luisterend oor te hebben waarvan hij dankbaar misbruik maakte.
Maar met mijn geheugen is helemaal niks mis!
“Het is vandaag 3 juni en ik herinner me 2 juni alsof het gister was”. Nou nee zei ik, dan is er met je geheugen niets aan’t handje.
Heb je inmiddels een vriendin? Vroeg ik hem.
Nou, weet je? Nee, ik heb nog steeds geen vriendin, maar ik weet inmiddels wel hoe dat komt dat ik vrijgezel ben gebleven. Daar heb ik toch wel ernstig over nagedacht.
“Vertel” zei ik, je maakt me nieuwsgierig.
“In 2008 heb ik een kettingbrief gekregen die over dit onderwerp ging en die brief heb ik niet doorgestuurd terwijl dat wel de bedoeling was en daarom heb ik nog geen vriendin”. Wat jammer dat je die kans hebt gemist, sprak ik.
“Ik moet verder Jan”, het is later dan je denkt. Het werk wacht op me. We spreken elkaar.
“’t Is inderdaad later dan je denkt zei Jan. Iemand zei laatst tegen me dat ik er nu de juiste leeftijd voor heb. Ik moet alleen nog even uitvinden waarvoor ik de juiste leeftijd heb”.
Dit komt nooit meer goed dacht ik.
dinsdag 9 februari 2016
Twilight
Zo af en toe heb je wel eens dat je
terugdenkt aan je schooltijd. Had ik vandaag.
Af en toe begin ik te schrijven. Aanleiding is vaak een woord dat ik hoor, een
zin, gezicht of ontmoeting.
Hoe is dat ooit begonnen? zo vroeg ik me af.
De liefde voor het geschrevene moet stammen uit mijn middelbare schooltijd. Niet zoals je zou verwachten bij Nederlandse les; nee, in mijn geval de Engelse les. Gegeven door dhr. Haddering. Ik hoop dat ik de naam goed schrijf.
Van hem kregen we ooit de opdracht om een gedicht, volgens mij te vertalen, en-of uit ons hoofd te leren. Ook dat laatste is een vermoeden, maar zal de waarheid op een haar na raken want ik ken het gedicht een slordige 40 jaar later nog steeds uit mijn hoofd.
Het is een gedicht van Henry Wadsworth Longfellow (1807-1882). Ik wil het hier graag neerschrijven. Zijn er misschien nog klas- of leeftijdsgenoten die dit prachtige gedicht ook nog kennen?
Hoe is dat ooit begonnen? zo vroeg ik me af.
De liefde voor het geschrevene moet stammen uit mijn middelbare schooltijd. Niet zoals je zou verwachten bij Nederlandse les; nee, in mijn geval de Engelse les. Gegeven door dhr. Haddering. Ik hoop dat ik de naam goed schrijf.
Van hem kregen we ooit de opdracht om een gedicht, volgens mij te vertalen, en-of uit ons hoofd te leren. Ook dat laatste is een vermoeden, maar zal de waarheid op een haar na raken want ik ken het gedicht een slordige 40 jaar later nog steeds uit mijn hoofd.
Het is een gedicht van Henry Wadsworth Longfellow (1807-1882). Ik wil het hier graag neerschrijven. Zijn er misschien nog klas- of leeftijdsgenoten die dit prachtige gedicht ook nog kennen?
Twilight.
The twilight is sad and
cloudy,
The wind blows wild and free,
And like the wings of sea-birds
Flash the white caps of the sea.
The wind blows wild and free,
And like the wings of sea-birds
Flash the white caps of the sea.
But in the fisherman's
cottage
There shines a ruddier light,
And a little face at the window
Peers out into the night.
There shines a ruddier light,
And a little face at the window
Peers out into the night.
Close, close it is pressed
to the window,
As if those childish eyes
Were looking into the darkness,
To see some form arise.
As if those childish eyes
Were looking into the darkness,
To see some form arise.
And a woman's waving shadow
Is passing to and fro,
Now rising to the ceiling,
Now bowing and bending low.
Is passing to and fro,
Now rising to the ceiling,
Now bowing and bending low.
What tale do the roaring
ocean,
And the night-wind, bleak and wild,
As they beat at the crazy casement,
Tell to that little child?
And the night-wind, bleak and wild,
As they beat at the crazy casement,
Tell to that little child?
And why do the roaring
ocean,
And the night-wind, wild and bleak,
As they beat at the heart of the mother,
Drive the color from her cheek?
And the night-wind, wild and bleak,
As they beat at the heart of the mother,
Drive the color from her cheek?
Einde der Tijden
Het was druk geweest deze ochtend. Toen de bezoekers weg
waren nam ik mezelf even de tijd om een sanitaire stop in te lassen. Dit kon in
mijn geval staand gebeuren maar was wel erg nodig.
Wandelend over de gang stonden de kantoordeuren van mensen
die aan het werk waren open. Dat is bij ons gebruikelijk wanneer je geen bezoek
of vergadering hebt. Onwillekeurig keek ik bij de eerste kamer naar binnen. Ze
had het brilletje op het puntje van haar neus en merkte niet dat ik langskwam.
Uit het tweede kantoor kwam het geluid van iemand die aan het bellen was.
“Kun je mij vertellen wanneer we naar het einde van de
tijden gaan?”, hoorde ik haar vragen aan de persoon die aan de andere kant haar
gesprekspartner was. Welke sekte heb ik nou aan boord dacht ik; heeft ze een
kort lijntje met God of iets of iemand anders die hier over gaat?
Zou het te maken hebben met haar naderend eind van haar
werkzame leven?
Toen die gedachten door me heen gingen deed ik een stap
terug. Mijn drang om te toiletteren was een stuk minder geworden maar niet
verdwenen. Ik keek tijdens het achteruitstappen haar kamer binnen.
“Heb ik dat nou goed verstaan?”vroeg ik. Theater zei ze,
we gaan naar het theater.
Min of meer gerustgesteld gaf ik vervolgens gehoor aan de
roep van de natuur.
vrijdag 5 februari 2016
Kort blogje
Kortste stukje ooit door mij geschreven
maar voor velen herkenbaar.
Het genre is horror.
Het genre is horror.
Maandag.
Inkopen doen.
"Nieuw Hier?"
Vroeg ik aan de kassière die mij twee grote platen in de bouwmarkt liet
afrekenen. De bouwmarkt waar ik was had een lang gangpad waardoor ik recht op
de kassa afliep. Het zal ongeveer vijftig meter zijn geweest. Als klant kijk je
dan al hoe druk het bij de kassa is. Geen mens. Door de afstand die ik moest
overbruggen had ik ruim de tijd om de vrouw achter de kassa te observeren, maar
de afstand was nog te groot om details te kunnen onderscheiden.
Haar haardracht was echter bijzonder en sprak me aan, daar
je dit model slechts zelden ziet.
"Nee, zei ze ik ben niet nieuw
hier. Ik werk hier al vier jaar maar altijd op kantoor. Vandaag werd ik
gevraagd bij te springen in de winkel. Dat gebeurd incidenteel wel eens".
Tijdens het uitspreken van die woorden keek ze me aan en ik werd gevangen in de
ondoorgrondelijkste blik die ik ooit had waargenomen. Haar laatste woorden heb
ik ook ongetwijfeld niet verstaan, laat staan begrepen. Mijn hartslag steeg tot
een hoogte die door elke cardioloog als onverantwoord zou worden bestempeld. Je
hebt soms vrouwen waar je bij aanvoelt dat ze onbenaderbaar en onbereikbaar
zijn. Zij was een van hen.
Na het afrekenen van de
twee platen liep ik naar de auto, Mijn gedachten nog steeds bij die ogen en
stem. Het totaal plaatje werd steeds completer en de hiaten werden ingevuld
door mijn fantasie; daar op de parkeerplaats bij de bouwmarkt. Terwijl ik het
gekochte op de aanhanger legde zij mijn innerlijke stem dat ik terug moest om
meer van haar te weten te komen. Op het moment dat ik aan de transportkar begon
te duwen om deze terug te plaatsen bij de winkelmuur zag ik tot mijn schrik een
emmertje schroeven die ik ook nodig had, maar waarvan ik zeker wist dat die
niet waren afgerekend. Geschrokken door de onbedoelde diefstal en blij te
gelijk om dit emmertje alsnog te kunnen betalen en weer in die ogen te kunnen
kijken.
Nadat ik het verhaal aan de
ogen opbiechtte en mijn schulden had voldaan, vroeg ik haar of ze een zus had
die baliemedewerkster in het ziekenhuis was. Dit leugentje diende een hoger
doel en kon ik voor mezelf verantwoorden.
"Twee zussen heb ik
zelfs" sprak ze. Onmiddellijk gevolgd door: "maar die zijn niet
vrijgezel"
Ik kon mijn oren niet
geloven. Hoe moest ik deze woorden interpreteren, had ze dit zojuist wel
werkelijk gezegd? In mijn beleving klonk het als een invitatie.
Ik keek haar aan en ik
dacht werkelijk een schalkse blik te ontwaren. Anders in ieder geval dan de
twee onpeilbaar diepe meren waar ik eerder in was verdronken. Wederom steeg
mijn hartslag tot gevaarlijke hoogte.
"Zijn jullie op Koninginnedag
geopend?" vroeg ik. "Nee", zei ze. "De winkel is dicht en
ik ben dus vrij".
In mei ben ik vijfendertig
jaar met de ogen getrouwd.Heel curieus
Gister kocht ik een potje zout en daarop stond
dat de inhoud van het strooiflesje 280 miljoen jaar oud was. Vervolgens las ik
dat de houdbaarheidsdatum in 2019 is verstreken.
Abonneren op:
Posts (Atom)