Het weerzien was
hartelijk. Voor mij iets té hartelijk. Nee, ik ben niet zo van de omhelzingen
en om wat voor reden dan ook elkaar op de rug/schouder kloppen. Ik merkte dat
drie keer de norm was. Gelijk het aantal luchtkussen die je geeft bij een
ontmoeting. Tenminste wanneer het iemand van het andere geslacht betreft.
Jan en ik hadden elkaar een behoorlijke poos
niet gezien en liepen elkaar tegen het lijf toen ik vanmiddag inkopen deed voor
mijn werk.
Jan is niet de meest positief ingestelde persoon die je kunt tegenkomen.
“Van de dokter mag ik geen chocolade meer eten” zei hij redelijk vroeg in ons gesprek. “Nou” zei ik, daar kan het toch wel zonder?
Natuurlijk zei Jan, natuurlijk is dat mogelijk, “maar dat maakt het leven zo zinloos”.
Zonder hier verder op in te gaan of te vragen waarom de dokter het had afgeraden praatten we verder. Ik zeg hier afgeraden, want verbieden kon de dokter in kwestie natuurlijk niet.
Volgens mij was Jan in de tijd dat we elkaar niet hadden gezien of gesproken een beetje van het padje afgeraakt.
“Ze twijfelen ook nog aan mijn geheugen” vervolgde Jan. Volgens mij had Jan een beetje het idee dat hij bij de psychiater op de bank lag. Kennelijk gaf ik hem het gevoel een goed luisterend oor te hebben waarvan hij dankbaar misbruik maakte.
Maar met mijn geheugen is helemaal niks mis!
“Het is vandaag 3 juni en ik herinner me 2 juni alsof het gister was”. Nou nee zei ik, dan is er met je geheugen niets aan’t handje.
Heb je inmiddels een vriendin? Vroeg ik hem.
Nou, weet je? Nee, ik heb nog steeds geen vriendin, maar ik weet inmiddels wel hoe dat komt dat ik vrijgezel ben gebleven. Daar heb ik toch wel ernstig over nagedacht.
“Vertel” zei ik, je maakt me nieuwsgierig.
“In 2008 heb ik een kettingbrief gekregen die over dit onderwerp ging en die brief heb ik niet doorgestuurd terwijl dat wel de bedoeling was en daarom heb ik nog geen vriendin”. Wat jammer dat je die kans hebt gemist, sprak ik.
“Ik moet verder Jan”, het is later dan je denkt. Het werk wacht op me. We spreken elkaar.
“’t Is inderdaad later dan je denkt zei Jan. Iemand zei laatst tegen me dat ik er nu de juiste leeftijd voor heb. Ik moet alleen nog even uitvinden waarvoor ik de juiste leeftijd heb”.
Dit komt nooit meer goed dacht ik.
Jan is niet de meest positief ingestelde persoon die je kunt tegenkomen.
“Van de dokter mag ik geen chocolade meer eten” zei hij redelijk vroeg in ons gesprek. “Nou” zei ik, daar kan het toch wel zonder?
Natuurlijk zei Jan, natuurlijk is dat mogelijk, “maar dat maakt het leven zo zinloos”.
Zonder hier verder op in te gaan of te vragen waarom de dokter het had afgeraden praatten we verder. Ik zeg hier afgeraden, want verbieden kon de dokter in kwestie natuurlijk niet.
Volgens mij was Jan in de tijd dat we elkaar niet hadden gezien of gesproken een beetje van het padje afgeraakt.
“Ze twijfelen ook nog aan mijn geheugen” vervolgde Jan. Volgens mij had Jan een beetje het idee dat hij bij de psychiater op de bank lag. Kennelijk gaf ik hem het gevoel een goed luisterend oor te hebben waarvan hij dankbaar misbruik maakte.
Maar met mijn geheugen is helemaal niks mis!
“Het is vandaag 3 juni en ik herinner me 2 juni alsof het gister was”. Nou nee zei ik, dan is er met je geheugen niets aan’t handje.
Heb je inmiddels een vriendin? Vroeg ik hem.
Nou, weet je? Nee, ik heb nog steeds geen vriendin, maar ik weet inmiddels wel hoe dat komt dat ik vrijgezel ben gebleven. Daar heb ik toch wel ernstig over nagedacht.
“Vertel” zei ik, je maakt me nieuwsgierig.
“In 2008 heb ik een kettingbrief gekregen die over dit onderwerp ging en die brief heb ik niet doorgestuurd terwijl dat wel de bedoeling was en daarom heb ik nog geen vriendin”. Wat jammer dat je die kans hebt gemist, sprak ik.
“Ik moet verder Jan”, het is later dan je denkt. Het werk wacht op me. We spreken elkaar.
“’t Is inderdaad later dan je denkt zei Jan. Iemand zei laatst tegen me dat ik er nu de juiste leeftijd voor heb. Ik moet alleen nog even uitvinden waarvoor ik de juiste leeftijd heb”.
Dit komt nooit meer goed dacht ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten