donderdag 28 januari 2016

Gerard

Gerard is een man met de uitstraling van een progressief iemand uit de jaren ’70. Ook met de denkbeelden uit die tijd. Opkomen voor de zwakkeren, solidair, maatschappij kritisch. Het hart op de juiste plaats en zijn haar in een paardenstaart die tot halverwege zijn rug reikt.
Toen ik vanmiddag in Winschoten in de Lange straat liep, liepen we elkaar tegen het lijf. De ontmoeting was zeer hartelijk en we besloten een kop koffie te gaan drinken.
Zullen we op het terras gaan? Vroeg Gerard aan mij. Dan kan ik ten minste een peuk roken.
Natuurlijk had ik hier tegen geen bezwaar aangezien het weer redelijk was en ik niet gauw- of eigenlijk nooit- last van kou heb.
Gerard praat graag en veel. Dit in tegenstelling tot mij, ik luister, denk en schrijf liever.
In het etablissement waar we zaten kregen we de koffie geserveerd en Gerard vertelde al heel gauw waar hij sinds onze laatste ontmoeting zich mee had beziggehouden.
Om alles wat Gerard mij in kort tijdsbestek vertelde hier te plaatsen zou gaan lijken op een dun boekje. Ik zal me dus beperken tot datgene wat ik het opmerkelijkst vond.
Gerard heeft een aandoening waarvan de symptomen grotendeels door medicijnen kunnen worden onderdrukt. Het laatste pijnlijke deel kan hij onderdrukken door af en toe een pretsigaret te roken. Dit doet hij niet met tegenzin trouwens. Op deze manier kan hij prima met zijn kwaal leven.
Hij woont samen met z’n vriendin en wonen in een huis die zij huren van een woningbouwvereniging. 
Omdat het crisis is was Gerard op het idee gekomen om voor zichzelf voor eigen gebruik wietplantjes te gaan verbouwen voor medicinaal gebruik. Tien stuks om precies te zijn. Ze wisten dat dit niet mocht en hebben derhalve de woningstichting gebeld.
Gerard heeft de situatie uitgelegd en de medewerker had gelijk gezegd dat hij in hun woning niet mocht kweken in verband met brandgevaar. Mochten ze bij het kweken worden betrapt zouden ze uit hun woning worden gezet en zou het voor hen onmogelijk zijn om de eerste vijf jaar nog een woning van betreffende corporatie te betrekken. 
Gerard vond dit nogal een zware sanctie.
`En als ik dan met dezelfde middelen tomaten ga kweken`, zo vroeg hij. Dan mag het wel zei de medewerker aan de andere kant van de lijn. `Maar daarmee wordt het brandgevaar toch niet minder? Zo zijn de regels nu eenmaal zo was het zwak verweer van de medewerker van de stichting.
Het is dus zo, als ik met mijn vingers aan kinderen zit, een moord heb gepleegd, verkracht, brand sticht, inbreek of op welke manier dan ook een misdrijf pleeg en daarvoor wordt veroordeeld, krijg ik na het uitzitten van de straf een woning bij u maar als ik tien wietplantjes verbouw voor eigen gebruik kan ik bij u naar een woning fluiten?
Dit verhaal liet me niet los en bevestigde de gedachte die ik altijd al had.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten