Gister, aan het eind van de middag- het zal rond vijf uur
zijn geweest, had ik een website die ik onder beheer heb aangevuld met nieuwe
informatie. Volgens de meters die ik op het scherm kreeg, zou het uploaden 20
minuten in beslag nemen.
Op dat moment zag ik Simon aan komen fietsen. Op zich was
dat niet vreemd want dat pleegde Simon wel vaker te doen; even bijpraten.
“Hoi Koos”, waren zijn eerste woorden, was jij er nog? Ik
dacht dat je al weg was. Nee, zei ik en vertelde dat ik nog even ergens mee
bezig was dat af moest en dus nog niet weg kon.
Het gesprek tussen ons mannen ging verder over wat Simon
die dag had meegemaakt. Omdat ik moest wachten tot het uploaden klaar was had
hij aan mij een aandachtig luisterend oor zonder dat we door iets of iemand zouden
worden gestoord.
Zonder dat er aanleiding voor was zei Simon “Ik heb heb
ook nog een overgrootmoeder”. Maar die is bijna dood, zo vulde hij zichzelf
onmiddellijk aan en met een vanzelfsprekendheid en toon dat ik het niet durfde
te weerspreken. Als ik jarig ben dan is ze er nog, maar als ik dan weer jarig
ben dan is ze dood. Dit alles op een toon alsof hij het was die op een door hem
te bepalen moment de stekker er uit zou trekken.
Misschien goed om te weten dat Simon in groep 1 van de
basisschool zit en vier jaar oud is.
“Ik kwam eigenlijk om een snoepje te halen”. Dat snoepje
kreeg hij en vertrok. Mij achterlatend met zeer uiteenlopende gevoelens en
gedachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten