woensdag 27 januari 2016

Simon

Gister, aan het eind van de middag- het zal rond vijf uur zijn geweest, had ik een website die ik onder beheer heb aangevuld met nieuwe informatie. Volgens de meters die ik op het scherm kreeg, zou het uploaden 20 minuten in beslag nemen.

Op dat moment zag ik Simon aan komen fietsen. Op zich was dat niet vreemd want dat pleegde Simon wel vaker te doen; even bijpraten.
“Hoi Koos”, waren zijn eerste woorden, was jij er nog? Ik dacht dat je al weg was. Nee, zei ik en vertelde dat ik nog even ergens mee bezig was dat af moest en dus nog niet weg kon.

Het gesprek tussen ons mannen ging verder over wat Simon die dag had meegemaakt. Omdat ik moest wachten tot het uploaden klaar was had hij aan mij een aandachtig luisterend oor zonder dat we door iets of iemand zouden worden gestoord.

Zonder dat er aanleiding voor was zei Simon “Ik heb heb ook nog een overgrootmoeder”. Maar die is bijna dood, zo vulde hij zichzelf onmiddellijk aan en met een vanzelfsprekendheid en toon dat ik het niet durfde te weerspreken. Als ik jarig ben dan is ze er nog, maar als ik dan weer jarig ben dan is ze dood. Dit alles op een toon alsof hij het was die op een door hem te bepalen moment de stekker er uit zou trekken.

Misschien goed om te weten dat Simon in groep 1 van de basisschool zit en vier jaar oud is.

“Ik kwam eigenlijk om een snoepje te halen”. Dat snoepje kreeg hij en vertrok. Mij achterlatend met zeer uiteenlopende gevoelens en gedachten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten